Doel en opbouw van dit document
Dit document beschrijft de cognitieve eindtermen van de theorieopleiding in de medische technologie MTC voor Senior Medisch Technici (SMT’s).
Dit document bevat de volgende rubrieken:
- Typering van het beroepenveld in relatie tot MTC
- Opleidingsindicaties MTC
- Cognitieve eindtermen (meta-niveau) en sub-eindtermen MTC per vak.
Vervolg op het eindtermendocument voor MTA & MTB
De opleiding MTC voor Senior Medisch Technici wordt beschouwd als volgend op de opleidingen MTA & MTB voor Medisch Technici in opleiding, die beschreven zijn in het separate ‘Eindtermendocument Medische Technologie A & B’.
Referenties:
- Hiërarchisch volgt het onderhavige eindtermendocument op de: Onderwijs- en Examenregeling (OER) voor de theorieopleiding MTC, versie 2a.
- Hiërarchisch volgt op dit eindtermendocument het Examendeelreglement Medische Technologie C, versie 17.
Rubriek 1: Typering van het beroepenveld in relatie tot MTC
Beroepstypering
De volgende beroepstypering is ontleend aan het beroepsprofiel van de Vereniging van Ziekenhuisinstrumentatie-technici (VZI). Medisch (Instrumentatie) Technici (MT) houden zich in de eerste plaats bezig met het onderhoud en testen van medisch-technische apparatuur en systemen. Ze voeren, onder andere, zelfstandig reparaties, kalibraties en periodieke veiligheidsmetingen uit. Dit alles volgens vastgestelde richtlijnen en protocollen.
Daarnaast hebben ze een adviserende taak bij de aanschaf van de medisch-technische apparatuur en systemen. Hoewel de MT alle algemeen voorkomende eerstelijns-werkzaamheden moet kunnen verrichten, kent het beroep ook specialisaties, bijvoorbeeld MT voor nierfunctie vervangende technieken (hemodialyse) of MT voor ioniserende straling producerende installaties, zoals röntgenapparatuur, versnellers en CT-scanners.
Medisch-technische apparatuur
De medische instrumentatietechniek, waarnaar de benaming MT verwijst, heeft een specifiek karakter. Medisch-technische apparatuur is voornamelijk elektronische meet- en regelapparatuur, met een steeds groter wordend aandeel van embedded software. Daarnaast vormt deze elektronische apparatuur meestal onderdeel van complexe computernetwerken en gegevensverwerkende systemen die de (medische) informatie uit die elektronische apparatuur verwerkt.
Takenpakket van de MT/SMT
De MT is onderdeel van een groter geheel. Primair is hij deel van een team van technici, die gezamenlijk een taak te verrichten hebben: het verzorgen van de gehele levenscyclus van de medisch-technische apparatuur/systemen. De MT heeft echter ook te maken met ‘cliënten’: medici, verpleegkundigen, paramedici en patiënten. Dat betekent dat ook sociale en communicatieve vaardigheden een rol spelen in de dagelijkse uitoefening van de taken van de MT. Zo moet de MT instructie en onderricht kunnen geven aan gebruikers van medisch-technische apparatuur over de werking en de mogelijke risico’s van het gebruik ervan.
Disfunctioneren of verkeerd gebruik van medische apparatuur of systemen kan voor de patiënt, gebruiker of collega’s ernstige of zelfs fatale gevolgen hebben. Daarom heeft de MT een verantwoordelijk beroep: veilig werken en optimale vakkennis staan voorop.
Aangezien de MT geregeld werkt met potentieel gevaarlijke stoffen, heeft hij tevens verantwoordelijkheden ten aanzien van het milieu.
Bij- en nascholing
Door voortdurend veranderende (medische) technologieën en veranderende inzichten ten aanzien van zijn taak wordt van de MT gevraagd d.m.v. bij- en nascholing hierin steeds mee te groeien: een beroepsleven lang leren.
Complexiteit
De gekwalificeerde beginnend beroepsbeoefenaar zal aanvankelijk verantwoordelijk zijn voor een eigen, beperkt takenpakket, onder hiërarchische verantwoordelijkheid van een meer ervaren MT. De complexiteit van zijn takenpakket zal aanvankelijk grotendeels routinematig van karakter zijn, gebaseerd op (geautomatiseerde) standaardprocedures, die uitsluitend functie-gebonden kennis en vaardigheden vereisen.
Na verloop van tijd zal zijn werk over het algemeen complexer worden, met meer verantwoordelijkheid en minder routinematige taken. We zien daarbij in de loop der jaren ook een toename van steeds meer noodzakelijke beroepsonafhankelijke kennis en vaardigheden (zoals sociale, communicatieve en politieke competenties).
Theorieopleiding voor de Senior Medisch Technicus (SMT)
De theorieopleiding MTC is op de hierboven beschreven beroepstypering gerichte opleiding, bedoeld voor SMT’s die werken zijn in een ziekenhuis of bij een leverancier van medisch-technische apparatuur. Die SMT heeft enkele jaren ervaring als uitvoerend medisch technicus en voert zelfstandig werkzaamheden uit, waarbij hij steeds meer als leidinggevende eindverantwoordelijkheid op zich neemt.
Uitgangspunten/Vooropleidingen
Uitgangspunten van de theorieopleiding MTC zijn dat de student:
- Minimaal een middelbaar technische vooropleiding in de elektrotechniek (sterkstroom-techniek), elektronica (zwakstroomtechniek) of informatietechniek, op niveau NLQF-4, heeft gevolgd. (Technisch MBO-niveau 4).
- En de opleidingen MTA & MTB, niveau NLQF-4+, met goed gevolg heeft afgerond.
- En ruime ervaring als MT heeft opgedaan in een ziekenhuis of bij een leverancier van medisch-technische apparatuur. Aanbevelenswaardig is een periode van 3 à 5 jaar.
De SMT, voor wie de opleiding MTC is bedoeld, beschouwt Intop Zorgsector als een gevorderd beroepsbeoefenaar!
Karakteristieken van MTC
De theorieopleiding MTC is fundamenteel, theoretisch van karakter. Dat wil zeggen dat steeds natuurwetenschappelijke en technologische principes de basis vormen van de aangeboden onderwijsinhoud. De doelstellingen van MTC overstijgen het leren bedienen van een medisch-technisch toestel, of het kunnen verrichten van geprotocolleerde en/of geautomatiseerde metingen. Het gaat bij de opleiding MTC dus om technisch-wetenschappelijke inzichten en methodes.
Het curriculum van MTC is bedoeld om, voortbouwend op de genoemde vooropleidingen, de SMT diepgaandere en bredere specifieke kennis en inzichten te laten verkrijgen over medisch-technische apparatuur en systemen (instrumentkunde) en de SMT te laten zien hoe die kennis en inzichten worden toegepast in het dagelijkse werk van de MT in het algemeen en de SMT in het bijzonder.
MTC is uitsluitend theoretisch van aard. Hierbij wordt verondersteld dat de SMT zich de noodzakelijke praktische vaardigheden eigen maakt of eigen gemaakt heeft in zijn beroepspraktijk.
Bij de curriculumconstructie van de opleiding MTC is de applicatiecursus Medische Techniek van de Noordelijke Hogeschool in Leeuwarden leidend geweest.
Binnen de onderwijsorganisatie Intop Zorgsector is MTC eindonderwijs. Het fundamentele, technisch-natuurwetenschappelijke karakter van het onderwijs in MTC bereidt de student voor op een verdere studieloopbaan buiten Intop Zorgsector, waarin het volgen van vakcursussen en permanente bijscholing noodzaak zijn.
Niveau-indeling
Het niveau van de opleiding MTC is te karakteriseren als EQF-niveau 5. (Niveau van Associate Degree, maar geen volledige Associate Degree-opleiding en geen volledige hbo-opleiding)! Kwalificatie uitstroomniveau: EFQ-5
Gekwalificeerd senior beroepsbeoefenaar
De afgestudeerde van MTC, die tegelijkertijd voldoende uren relevante praktijkervaring in het werkveld heeft opgedaan, wordt beschouwd als gekwalificeerd, senior beroepsbeoefenaar.
Rubriek 2: Opleidingsindicaties MTC
Geschiedenis van de opleiding
De opleidingen MTA en MTB zijn een vervolg op de opleidingen LMA en LMB (Leergang Medische techniek A, respectievelijk B), die vanaf circa 1975 tot 1997 werden verzorgd door de NTS (Nederlandse Technische School). In 1997 nam INTOP Zorgsector deze opleidingen van de NTS over en introduceerde de benamingen Medische Technologie A (MTA) en Medische Technologie B (MTB).
In 1997 werd tevens de Examen- en Curriculumcommissie Medische Technologie opgericht.
In 1998 werd de eerste opleiding MTA door INTOP Zorgsector verzorgd.
In 1999 is INTOP Zorgsector ook de applicatiecursus Medische Techniek van de Noordelijke Hogeschool in Leeuwarden in de avonduren en op een centrale plaats in Nederland gaan organiseren.
In 2021 werd INTOP Zorgsector door de CZO erkend als theorieopleider voor de Opleiding Medisch Technicus.
Sinds 2022 staan de examens van INTOP Zorgsector onder toezicht van de Examenkamer.
Examen- en Curriculumcommissie Medische Technologie
De Examen- en Curriculumcommissie Medische Technologie, een commissie met vertegenwoordigers uit het beroepenveld, houdt toezicht op het opstellen en naleven van het examenreglement, de uitvoering van de deelexamens, de beoordelingsprocedure, het beoordelen van nieuwe deelexamenopgaven, het actualiseren van de deelexamenopgaven en de afhandeling van eventuele klachten.
De Examen- en Curriculumcommissie, of namens de Examen- en Curriculumcommissie een gecommitteerde, houdt toezicht op de wijze waarop het examenreglement bij een examen wordt nageleefd.
Binnen de Examen- en Curriculumcommissie zijn minimaal twee leden ook lid van de Vereniging van Ziekenhuis Instrumentatietechnici (VZI) en één lid is aanwezig namens de branche van leveranciers van medisch-technische apparatuur (NVTG).
Intop Zorgsector voert het secretariaat van de Examen- en Curriculumcommissie en levert de secretaris.
De voor curriculumbeheer verantwoordelijke van Intop Zorgsector is aan de Examen- en Curriculumcommissie toegevoegd.
De uitvoering van de opleiding en de deelexamens MTC is door de Examen- en Curriculum-commissie uitbesteed aan Intop Zorgsector.
Deelexamens MTC
De 5 deelexamens van de opleiding MTC, die onder toezicht van de Examen- en Curriculum-commissie worden opgesteld en afgenomen, zijn deelexamens met open vragen over theorie.
Als de student voldoet aan de slagingsnorm voor een deelexamen, zoals die is vastgesteld door de Examen- en Curriculumcommissie, wordt de student voor het betreffende vak een deelcertificaat uitgereikt. Zie het Examendeelreglement Medische Technologie C, versie 17.
Als de student voldoet aan alle voorwaarden voor slagen voor MTC volgens het Examendeel-reglement Medische Technologie C, versie 17 wordt hem het diploma Medische Technologie uitgereikt.
Vooropleidingen MTA & MTB
Van de student die MTC volgt, wordt alle kennis van MTA & MTB aanwezig voorondersteld. Daarnaast gaat de opleiding MTC er van uit dat de student enkele jaren als MT praktijkervaring in een klinische setting heeft.
Studiebelastingsuren
De volgende studiebelastingsuren vooronderstellen minimaal een elektrotechnische of elektronica-technische vooropleiding op EFQ-4-niveau, plus MTA & MTB (NLQF-4+) zoals in het eindtermendocument voor MTA & MTB wordt beschreven.
De theorie over medische technologie wordt in MTC gedurende circa 35 lesavonden van ieder 3 uur aangeboden. Er zijn daarnaast 5 deelexamens met open vragen van ieder 3 uur.
Uitgaande van het hierboven genoemde beginniveau wordt een minimale studiebelasting van 400 SBU verondersteld. Deze studiebelastingsuren betreffen dus uitsluitend de theorie van de medische technologie!
Zoals hierboven in rubriek 1 beschreven, vereist het beroep van de MT een grote diversiteit aan competenties, waarbij het beheersen van de theorie van de medische technologie op minimaal NLQF-4+ niveau een belangrijk en noodzakelijk onderdeel is, maar zeker niet voldoende.
Het theorie-onderwijs, dat wordt aangeboden in de opleiding MTC, moet dus beschouwd worden als een deel van de opleiding van de SMT, qua tijdinvestering en opzet beperkt van karakter. Daarom is het wenselijk dat de student van MTC, parallel aan de theorie-opleiding MTC, werkzaam is als SMT in een ziekenhuis of bij een leverancier van medisch-technische apparatuur. Het aan dit aan het werk gerelateerde praktische deel van het opleidingstraject van de SMT valt buiten de verantwoordelijkheid van Intop Zorgsector.
De SMT die de opleiding MTC met goed gevolg heeft afgerond en voldoende uren relevante praktijkervaring heeft opgedaan, kan beschouwd worden als gekwalificeerd senior medisch technicus.
Rubriek 3: Cognitieve (meta)eindtermen en sub-eindtermen MTC
De Senior Medisch Technicus (SMT)
De cognitieve eindtermen en cognitieve sub-eindtermen per vak zijn geformuleerd ten behoeve van de theorieopleiding MTC voor de SMT, die werkt in een ziekenhuis of bij een leverancier van medisch-technische apparatuur. De theorie, die in de opleiding MTC onderwezen wordt, is gericht op toepassingen in de praktijk van de SMT. Het is dus van groot belang dat de SMT kwantitatief en kwalitatief voldoende praktijkervaring in het werkveld op doet of opgedaan heeft, parallel aan de theorielessen.
Beginniveau
MBO-elektrotechniek/elektronica/informatietechniek, EQF-kwalificatie 4 en NLQF-kwalificatie 4, plus MTA & MTB, NLQF-kwalificatie 4+.
Taxonomie van Romiszowski
Intop Zorgsector hanteert voor de niveau-indeling van de eindtermen van de MTC-opleiding de taxonomie van Romiszowski:
F | Feitelijke kennis (feiten en procedures) | |
B | Begripsmatige kennis (begrippen, principes) | |
Rc/pm/i/r | Reproductieve vaardigheden cognitief/psychomotorisch/interactief/reactief | |
Pc/pm/i/r | Productieve vaardigheden cognitief/psychomotorisch/interactief/reactief |
Reikwijdte van de eindtermen
Aangezien de opleiding MTC uitsluitend theorie betreft, kunnen alleen de drie eerste (cognitieve) niveaus (taxonomiecodes F, B en beperkt Rc) aan de eindtermen worden toegekend. Het taxonomieniveau Rc van veel eindtermen duidt erop dat het theorieonderwijs in MTC niet uitsluitend overdracht van theorie is (F en B), maar theorieonderwijs dat nadrukkelijk gericht is op toepassingen in de dagelijks praktijk van de SMT.
Operationele termen
In de volgende cognitieve (meta)eindtermen en sub-eindtermen per vak wordt het F-niveau geoperationaliseerd door het werkwoord kennen; het B-niveau wordt geoperationaliseerd door het werkwoord verklaren; het Rc-niveau wordt geoperationaliseerd door het werkwoord toepassen (= de SMT toont aan dat hij begrijpt hoe het betreffende item wordt toegepast in de praktijk van de medisch technicus).
Kwalificatieniveau
Het kwalificatieniveau van de eindtermen is EQF-niveau 5.
Cognitieve eindtermen MTC (meta-niveau) (400 SBU) | ||
Eindterm | De afgestudeerde van MTC toont aan dat hij/zij… | Tax. code |
| ||
MC100.01a | …kan verklaren de anatomische structuren van het menselijk lichaam en hun fysiologische functies. | B |
MC100.01b | …kan verklaren de meest voorkomende pathologieën in bovengenoemde anatomische structuren. | B |
MC100.02 | …begrijpt hoe natuurkundige en scheikundige begrippen en principes in medisch-technische apparatuur worden toegepast. | B/Rc |
MC100.03 | …begrijpt hoe rekenkundige, wiskundige en statistische begrippen en principes in medisch-technische apparatuur worden toegepast. | B/Rc |
MC100.04 | …begrijpt hoe metrologische begrippen en principes in medisch-technische apparatuur worden toegepast. | B/Rc |
MC100.05 | …begrijpt hoe stralings-fysische en stralings-hygiënische begrippen en principes in medisch- technische apparatuur worden toegepast. | B/Rc |
MC100.06 | …begrijpt hoe veiligheid en kwaliteit van de toepassing van medische techniek in het ziekenhuis kunnen worden gewaarborgd. | B |
MC100.07 | …begrijpt hoe ICT-begrippen en -principes in medische-technische apparatuur, alsmede de computernetwerken waarvan die onderdeel zijn, worden toegepast. | B |
Behalve wellicht voor eindtermen MC100.01a en -b komen, in verband met medisch-technische toepassingen op Rc-niveau, de cognitieve (meta)eindtermen zelden zelfstandig voor: met betrekking tot bijna alle medisch-technische apparatuur en systemen is sprake van een combinatie van deze eindtermen. Men kan dat herkennen in de hiernavolgende lijst met cognitieve sub-eindtermen per vak.
Vakken van de opleiding MTC
De opleiding MTC bestaat uit de 5 examenvakken 1 t/m 5, en 1 basaal inleidend vak:
Vak 1 | Anatomie, Fysiologie & Pathologie (code AFP): circa 7 lesavonden + 1 deelexamen |
Vak 2 | Stralingsfysica-III (code SF-III) + deelexamen: circa 4 lesavonden + 1 deelexamen |
Vak 3 | Medische Fysica (code MF) met 1 gezamenlijk deelexamen over de onderdelen: a. Deelvak 3a: Laserveiligheid (code MF-LV): circa 2 lesavonden. b. Deelvak 3b: Ultrageluid-III (code MF-UG-III): circa 2 lesavonden. c. Deelvak 3c: Algemene Medische Fysica (code MF-AMF): circa 5 lesavonden. |
Vak 4 | Fysiologische Meetmethoden-III (inclusief instrumentkunde) (code FM-III): circa 6 lesavonden + 1 deelexamen |
Vak 5 | Metrologie & Statistiek (code MS): circa 4 lesavonden + 1 deelexamen |
Vak 6 | Wiskunde en Signaalanalyse (code WSK & SA): circa 5 lesavonden, GEEN deel-examen. Dit vak biedt basiskennis noodzakelijk voor de andere vakken. Nadrukkelijk: die basiskennis kan in alle deelexamens aan de orde kan komen |
Examen MTC
- Het examen MTC bestaat uit 5 deelexamens over de examenvakken 1 t/m 5.
- Elk deelexamen, bestaande uit circa 12 à 20 open vragen, duurt 3 uur (180 minuten).
- Het vak WSK & SA (vak 6) wordt niet geëxamineerd; de leerstof van dat vak dient als basis voor de andere vakken.
- Met nadruk geldt: de lesstof van het inleidende vak 6 (WSK & SA) kan in alle deel-examens over de examenvakken 1 t/m 5 voorkomen.
Cognitieve sub-eindtermen MTC
Examenvak 1: Anatomie, Fysiologie & Pathologie (80/400 SBU) | ||
Eindterm | Code: AFP | Tax. code |
C01.01 | De afgestudeerde van MTC kan de anatomie en de fysiologische functie van cellen, weefsels, organen en bloedomloop verklaren. | B |
C01.02 | De afgestudeerde van MTC kan vaak voorkomende pathologie van de bloedomloop, in het bijzonder het hart, verklaren. | B |
C01.03 | De afgestudeerde van MTC kan de anatomie en fysiologie van de luchtwegen verklaren. | B |
C01.04 | De afgestudeerde van MTC kan vaak voorkomende pathologie van de luchtwegen verklaren. | B |
C01.05 | De afgestudeerde van MTC kan de anatomie en fysiologie van zenuwen, hersenen en ruggenmerg verklaren. | B |
C01.06 | De afgestudeerde van MTC kan vaak voorkomende pathologie van de zenuwen, hersenen en ruggenmerg verklaren. | B |
C01.07 | De afgestudeerde van MTC kan de anatomie en fysiologie van de nieren en urinewegen verklaren. | B |
C01.08 | De afgestudeerde van MTC kan vaak voorkomende pathologie van de nieren en urinewegen verklaren. | B |
C01.09 | De afgestudeerde van MTC kan de anatomie en fysiologie van het hormonale systeem en de zintuigen verklaren. | B |
C01.10 | De afgestudeerde van MTC kan vaak voorkomende pathologie van het hormonale systeem en de zintuigen verklaren. | B |
Examenvak 2: Stralingsfysica-III (50/400 SBU) | ||
Eindterm | Code: SF-III | Tax. code |
C02.01 | De afgestudeerde van MTC kan de opbouw van de materie volgens het Standaardmodel verklaren. | B |
C02.02 | De afgestudeerde van MTC kent de meest voorkomende bronnen van ioniserende straling uit atoomkernen, kan hun ontstaanswijzen verklaren, en weet hoe die bronnen worden toegepast. | B/Rc |
C02.03 | De afgestudeerde van MTC kent de meest voorkomende bronnen van ioniserende straling (in het bijzonder röntgenstraling) uit elektronenwolken, kan hun ontstaanswijzen verklaren, en weet hoe die bronnen worden toegepast. | B/Rc |
C02.04 | De afgestudeerde van MTC kan de wisselwerking van alfa- bèta en gammastraling en materie kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren, en weet hoe die wordt toegepast. | B/Rc |
C02.05 | De afgestudeerde van MTC kan de wisselwerking van röntgenstraling en materie kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren, en weet hoe die wordt toegepast. | B/Rc |
C02.06 | De afgestudeerde van MTC kan de detectie van vaak voorkomende ioniserende straling kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren, en weet hoe die wordt toegepast. | B/Rc |
C02.07 | De afgestudeerde van MTC kan de standaard röntgen-afbeeldingstechnieken verklaren en weet hoe die worden toegepast. | B/Rc |
C02.08 | De afgestudeerde van MTC kan afbeeldingstechnieken door middel van ioniserende straling uit atoomkernen verklaren en weet hoe die worden toegepast. | B/Rc |
C02.09 | De afgestudeerde van MTC kan afbeeldingstechnieken door middel van magnetische resonantie verklaren en weet hoe die worden toegepast. | B/Rc |
C02.10 | De afgestudeerde van MTC weet hoe ioniserende straling in vaak voorkomende therapeutische toepassingen wordt toegepast. | B/Rc |
C02.11 | De afgestudeerde van MTC kent een aantal bestralingsstrategieën. | F |
Examenvak 3: Medische Fysica (110/400 SBU) | ||
Eindterm | Code: MF | Tax. code |
C03.01a | De afgestudeerde van MTC kan de interactie van laserstraling en weefsels verklaren. | F/B |
C03.02a | De afgestudeerde van MTC kan kwalitatief en wiskundig/kwantitatief MPE-grenswaarden en gevarenafstand verklaren, en weet hoe die worden toegepast. | B/Rc |
C03.03a | De afgestudeerde van MTC kan kwalitatief en wiskundig/kwantitatief reflectie, absorptie en transmissie van laserstraling verklaren, en weet hoe die worden toegepast. | B/Rc |
C03.04a | De afgestudeerde van MTC kan de regelgeving aangaande brand en chirurgische rook bij lasertoepassingen verklaren en weet hoe die worden toegepast. | B/Rc |
C03.05a | De afgestudeerde van MTC kan de veiligheidsorganisatie rond lasertoepassingen verklaren. | B |
C03.06b | De afgestudeerde van MTC kan fysische grootheden en eenheden en de relaties tussen grootheden met betrekking tot (ultra)geluid kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en weet hoe die worden toegepast in echografische afbeeldingstechnieken. | B/Rc |
C03.07c | De afgestudeerde van MTC kan fysische grootheden en eenheden en de relaties tussen grootheden met betrekking tot stroming van vloeistoffen en gassen kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en weet hoe die worden toegepast in biomedische technieken. | B/Rc |
C03.08c | De afgestudeerde van MTC kan de uitwisseling van gassen in het menselijk lichaam verklaren. | B |
C03.09c | De afgestudeerde van MTC kan weefselelasticiteit aan de hand van de wet van Laplace verklaren. | B |
C03.10c | De afgestudeerde van MTC kan fysische grootheden en eenheden en de relaties tussen grootheden met betrekking tot licht en optica kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en weet hoe die worden toegepast in biomedische technieken. | B/Rc |
C03.11c | De afgestudeerde van MTC kan fysische grootheden en eenheden en de relaties tussen grootheden met betrekking tot warmte kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en weet hoe die worden toegepast in biomedische technieken. | B/Rc |
C03.12c | De afgestudeerde van MTC kan fysische grootheden en eenheden en de relaties tussen grootheden met betrekking tot hemodynamica kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en weet hoe die worden toegepast in biomedische technieken. | B/Rc |
C03.13c | De afgestudeerde van MTC kan fysische grootheden en eenheden en de relaties tussen grootheden met betrekking tot bio-elektriciteit kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en weet hoe die worden toegepast in biomedische technieken. | B/Rc |
Examenvak 4: Fysiologische Meetmethoden-III (80/400 SBU) | ||
Eindterm | Code: FM-III | Tax. code |
C04.01 | De afgestudeerde van MTC kent de in de medische meettechniek veel gebruikte fysische (basis)grootheden en SI-eenheden (vanaf 2019 nieuwe SI-eenhedenstelsel) en kan verklaren hoe de waarden van die grootheden worden gemeten. | F/B |
C04.02 | De afgestudeerde van MTC kan de werking van analoge elektronica in biomedische apparatuur kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die wordt toegepast. | B/Rc |
C04.03 | De afgestudeerde van MTC kan de werking van digitale elektronica in biomedische apparatuur kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die wordt toegepast. | B/Rc |
C04.04 | De afgestudeerde van MTC kan de werking van sensoren en omzetters in biomedische apparatuur kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast. | B/Rc |
C04.05 | De afgestudeerde van MTC kan het elektro-fysische principe van onder andere ECG-metingen kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe dat wordt toegepast. | B/Rc |
C04.06 | De afgestudeerde van MTC kan vaak gebruikte meetprincipes voor de bloedcirculatie kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast. | B/Rc |
C04.07 | De afgestudeerde van MTC kan vaak gebruikte meetprincipes voor de ademhaling kwalitatief en wiskundig/kwantitatief verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast. | B/Rc |
Examenvak 5: Metrologie en Statistiek (40/400 SBU) | ||
Eindterm | Code: MS | Tax. code |
C05.01 | De afgestudeerde van MTC kan de statistische terminologie betreffende de analyse van meetonzekerheid als maat voor de imprecisie van metingen kwalitatief en wiskundig, statistisch en kwantitatief verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die wordt toegepast in medisch-technische meetapparatuur. | B/Rc |
C05.02 | De afgestudeerde van MTC kan de statistische terminologie betreffende de analyse van systematische meetfouten als maat voor de onjuistheid kwalitatief en wiskundig, statistisch en kwantitatief verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die wordt toegepast in medisch-technische meetapparatuur. | B/Rc |
C05.03 | De afgestudeerde van MTC kan het metrologische ISO-vocabulaire volgens GUM en VIM verklaren. | B |
C05.04 | De afgestudeerde van MTC kan de werking van significante cijfers en afrondingen in meetresultaten verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast in medisch-technische meetapparatuur. | B/Rc |
C05.05 | De afgestudeerde van MTC kan de normale verdeling en T-verdeling van Student van meetvariabelen verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast in medisch-technische meetapparatuur, in het bijzonder in relatie tot onzekerheidsintervallen. | B/Rc |
C05.06 | De afgestudeerde van MTC kan de verschillen tussen Type A en Type B meetonzekerheid verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast in medisch-technische meetapparatuur. | B/Rc |
C05.07 | De afgestudeerde van MTC kan de propagatie van meetonzekerheid en systematische meetfouten in indirecte metingen verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast in medisch-technische meetapparatuur. | B/Rc |
C05.08 | De afgestudeerde van MTC kan van meetonzekerheid bij telmetingen (zoals die in de stralingsfysica) aan de hand van de Poissonverdeling verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die wordt toegepast in medisch-technische meetapparatuur (tellers). | B/Rc |
C05.09 | De afgestudeerde van MTC kan de statistische terminologie betreffende de covariantie- en correlatie-bewerking van meetsignalen kwalitatief en wiskundig, statistisch en kwantitatief verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast in medisch-technische apparatuur. | B/Rc |
Vak 6 (basaal inleidend): Wiskunde & Signaalanalyse (40/400 SBU) | ||
Eindterm | Code: WSK & SA | Tax. code |
| Dit inleidende vak behandelt de kwantitatieve basisbegrippen voor de theorie in de 5 examenvakken. |
|
C06.01 | De afgestudeerde van MTC kan de algebraïsche begrippen machten, exponenten en logaritmen verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast in relevante biomedische toepassingen. | B/Rc |
C06.02 | De afgestudeerde van MTC kan de begrippen radiaal en steradiaal verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast in relevante biomedische toepassingen. | B/Rc |
C06.03 | De afgestudeerde van MTC kan de lineair algebraïsche begrippen scalair en vector, inwendig product en uitwendig product, verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast in relevante biomedische toepassingen. | B/Rc |
C06.04 | De afgestudeerde van MTC kan de analytische begrippen differentiëren en integreren verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast in relevante biomedische toepassingen. | F/Rc |
C06.05 | De afgestudeerde van MTC kan complexe getallen verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die worden toegepast in relevante biomedische toepassingen. | B/Rc |
C06.06 | De afgestudeerde van MTC kan de terminologie betreffende de analyse van meetsignalen en ruis kwalitatief en wiskundig/statistisch/kwantitatief door middel van Fourieranalyse verklaren en toont aan dat hij begrijpt hoe die wordt toegepast in medisch-technische apparatuur. | B/Rc |